Vrije tijd

Verschillende burgers in de steden vermaakten zich met de talrijke balspelen zoals het kaatsspel; in de 17de eeuw werden bij de steden kaatsbanen aangelegd, waar men dit balspel kon beoefenen. Men sloeg de bal met de vlakke hand, die soms  met een dubbele handschoen beschermd was; wie kaatste, moest natuurlijk op zijn beurt de bal verwachten.

Een ander balspel, waarbij de bal door een lange stok of malie over en uitgestrekte baan geslagen werd, was het maliespel; in 1636 werd buiten de toenmalige stad Utrecht de Maliebaan aangelegd als sportterrein voor de studenten van de in dat jaar opgerichte universiteit.


Ook bij het kolven werd de bal door een lange stok of colf/kolf geslagen; deze stok moest goed in de hand liggen en ieder had dan ook zoveel mogelijk een kolfje naar zijn hand.

In de 17de eeuw kwamen alle klassen bijeen op het bevroren water. Verliefde stelletjes zwierden hand in hand over het ijs, kinderen werden voortgetrokken in sleetjes en de jongens speelden een potje kolf. Maar het bleef niet bij dit onschuldige vermaak; drank vloeide rijkelijk, er werd flink gegokt en zelfs gehoereerd. De waterweg veranderde in korte tijd in één grote kermis.